Welgevallig

                                                                         

Van jongs af aan was ik bekend met de dringende oproep je te bekeren als je christen wilde worden. Want dat was de belangrijkste boodschap die wij elke week in de gereformeerde kerk hoorden. En daar is zeker niks mis mee, alleen hoefde dat van mij toen niet zo meteen op dat moment. Ik schoof dat in gedachten voor mij uit, zo rond de zestig jaar leek mij wel een geschikte leeftijd om ermee te beginnen. Want ik had het idee dat ik dan alles wat leuk was moest opgeven, misschien wel een zwart pak aan moest trekken en elke dag met een treurig schuldbewust gezicht naar orgelmuziek zou moeten luisteren.

Dat bleek erg mee te vallen toen ik later, gelukkig voor mijn dertigste, wel tot echt geloof kwam. Het liefhebben van je naaste als jezelf en God liefhebben boven alles zijn op zich duidelijke opdrachten. Ik had wat meer moeite met de dingen die niet zo duidelijk omschreven stonden.

Mijn probleem was dat ik na mijn bekering nog steeds redelijk werelds was en nog steeds niet stond te springen om alles op te geven. Want ik keek nog steeds naar de meeste films, luisterde naar populaire muziek en was op de hoogte van alle televisieprogramma’s. Er was wat dat betreft niet zo heel veel verschil tussen mijn oude zelf en mijn nieuwe zelf.

Voor mij persoonlijk was het een geleidelijk proces van dingen loslaten. Wat in eerste instantie moeizaam ging maar nu gemakkelijker gaat. Zoals bijvoorbeeld het opgeven van popmuziek met dubieuze teksten en welke films je wel of niet kan zien. Wat mij vroeger niet zo opviel, maar nu des te meer, is hoeveel er gevloekt wordt in films. Het drinken van alcoholische dranken was voor mij geen grote verleiding maar het heeft wel meer dan tien jaar geduurd, na mijn bekering, voordat ik het roken opgaf terwijl ik wist dat het niet goed was.

Ik denk dat de meeste christenen het met mij eens zijn dat het beter is om geen barren meer te bezoeken maar kun je nog wel omgaan met vrienden die nergens aan doen of die vaak schuine moppen vertellen? Mijn antwoord is nee maar ik denk dat ieder daar zijn weg in moet vinden. Ik zelf ben toch wel veranderd in de loop van mijn leven, want vroeger vond ik populaire muziek heel erg belangrijk maar nu waardeer ik veel meer de stilte. Hetzelfde geld voor films, ik kan er niet meer zo enthousiast voor worden als in het verleden.

De oorzaak daarvan kan natuurlijk zijn dat ik een cynische ouwe knakker ben geworden, maar ik hoop dat het meer komt omdat het verlangen, dat ik gekregen heb vanaf mijn bekering, om een steeds heiliger leven te leiden groter is geworden.

Als we christen worden zijn wij volgens mij niet meer vrij om te doen wat we willen maar worden we vrijwillig slaven van God. Maar dan wel slaven die, uit liefde voor Hem, willen doen wat hun Meester zegt. Je zou ook gekscherend kunnen zeggen dat we in ieder geval vrij zijn om het goede te doen en vrij zijn om het kwade te laten.

De belangrijkste vraag is volgens mij of God nummer één is in je leven of dat filosofieën, leraars, politiek, sport, je kinderen, geld, je carrière, muziek, seks, films, of andere hobby’s dat zijn. De vraag is dan wat voor soort dingen je moet opgeven en hoe ver je daarin moet gaan. Want als je jezelf allerlei beperkingen oplegt over wat je als christen nog mag ben je dan niet wettisch bezig?

In Leviticus 19 staat bijvoorbeeld dat je geen tatoeages of inkervingen mag aanbrengen op je lichaam. Omdat wij nu niet meer onder de wet leven, zijn we dan nu vrij om dat wel te doen? Toen God alles schiep heeft Hij het mooiste voor het laatst bewaard. Namelijk de mens, het toppunt van de schepping, prachtig mooi gemaakt. Zou het motief van God van die wet in het Oude Testament kunnen zijn dat Hij niet wil dat je Zijn kunstwerk verpest door het vol te kliederen met graffiti? En in de genadetijd, waarin wij ons nu bevinden, vindt God het opeens allemaal prima?

En hoe zit het met begraven of cremeren? Want er staat nergens duidelijk in de Bijbel dat cremeren verboden is. Behalve dan dat al onze grote voorbeelden in de Bijbel zich allemaal lieten begraven. We lezen ook dat als de Here Jezus terug komt voor ons, eerst alle graven opengaan. Er is dus duidelijk een element van ons oude lichaam nodig om ons nieuwe lichaam te vormen. Zoals de rups symbolisch doodgaat in de pop waaruit een prachtige vlinder te voorschijn komt. Plus dat verbranding in de Bijbel vaak met oordelen te maken heeft. Als er toch iemand sterft in een brand is God natuurlijk in staat zo iemand te herstellen maar moeten we dat doelbewust opzoeken? Vanwege deze redenen denk ik dat een christen zich niet moet laten cremeren en zich ook niet mag laten tatoeëren.
Of zit ik hier nu toch mijn eigen wetten te bedenken?

Ik wil zeker niet terug naar de wet maar ik wil wel graag, zoals dat zo mooi heet, God welgevallig zijn. Het is volgens mij in ieder geval goed om over dit soort dingen na te denken.

Iemand vertelde mij in het verleden dat als je twijfelt aan Gods goedkeuring over iets om je dan af te vragen of je het samen met de Here Jezus zou kunnen doen.

En dat lijkt mij ook nu nog steeds een heel goed advies.