“Het leven is een zucht” hoorde ik mijn vader vroeger vaak zeggen, en dat vervolgde hij dan met, “want zo ben je er en zo ben je weer weg”. En als wij iets voor hem moesten doen en wij deden het dan niet dan dreigde hij vaak met de uitspraak: “Als ik zo straks tussen zes plankjes op De Vormt lig, dan is het van, had ik maar, maar dan is het te laat”.
En ongelofelijk hoe snel de tijd gaat want hij ligt nu al weer bijna vijf jaar tussen die eerder genoemde plankjes. De dood, die smerige laatste vijand. Hoe ouder je wordt des te meer je stil staat bij de dood, alleen al vanwege al de mensen die je vroeger kende en die nu, naarmate je ouder wordt, in steeds hoger tempo wegvallen. Maar ook omdat je lichaam steeds verder aftakelt wordt je eigen begrafenis steeds realistischer. Er komt een keerpunt in je leven dat je stopt met optellen en dat je begint met aftellen.
Als christen weten wij wat de dood is, het is de straf voor de zonde. Je kunt misschien ook zeggen dat het een noodzakelijk kwaad is om van het zondige lichaam af te komen. De dood is de overgang van de ene realiteit naar de andere. En het is zeker geen natuurlijk proces dat nu eenmaal bij het leven hoort zoals de ongelovigen schijnen te denken. Toch denk ik dat wij allemaal diep van binnen wel weten dat wij eigenlijk bestemd zijn voor de eeuwigheid. Want waarom vervult het ons anders zo vaak met afschuw als er weer een bekende is overleden en des te meer als die persoon naar ons idee veel te jong was. Als dit een volkomen normaal proces is, waarom zijn we dan vaak zo boos? En wat is dat toch voor een merkwaardig verschijnsel dat ongelovigen vaak God de schuld geven voor de dood van hun dierbaren? Je weet wel, die God waar ze niet in geloven.
Het is zeker geen favoriete bezigheid van mij om naar een begrafenis te moeten gaan, omdat het altijd een verdrietige gebeurtenis is, maar naar een crematie gaan vind ik helemaal vreselijk. Omdat een christen zich in het algemeen niet laat cremeren, is degene die zich wel laat cremeren meestal een ongelovige. Zo ook met een goede bekende van de zaak waar ik werk die laatst een dodelijk ongeluk kreeg. Het was een hele lieve en vriendelijke man die met iedereen goed overweg kon. Die paar keren dat ik met hem over het geloof begon werd ik altijd vriendelijk afgescheept met de woorden dat hij iedereen het zijne gaf en dat moest maar genoeg zijn. Op een gegeven moment weet je dan dat je niet verder komt en laat je het er dan maar bij zitten. Nu voel ik mij toch enigszins schuldig en vraag ik mij af of ik niet meer had moeten aandringen. Want waar is deze man nu?
Er is geen enkele troost tijdens een crematie. Geen hoopvolle gedachten maar wel allerlei emotionele verhalen over wat een geweldige persoon hij of zij was en dat ze nu een sterretje in de hemel zijn en voor altijd in ons hart verblijven. Degene die deze woorden voorlas tijdens de dienst keek nog even scherp de zaal in om te laten zien dat ze het echt meende. Maar dat was het dan wel zo’n beetje, geen enkele hoop, toekomst of “wordt vervolgt”. En na afloop word je verbrand als een zak afval.
En over dat voor altijd in je hart verblijven? Ik weet nog dat ik, een paar jaar nadat mijn grootmoeder overleed, het mijzelf als jongetje heel kwalijk nam dat ik mij niet meer kon herinneren hoe haar gezicht er ook al weer uit zag. Nu weet ik het gelukkig wel weer omdat ik jaren later, via een tante, alsnog een foto van haar kreeg. Maar toch, als onze nagedachtenis afhankelijk is van ons geheugen is het niet best!
Wat ik een vreselijke gedachte vind is dat de ongelovige er schijnbaar volledig van overtuigd is dat zijn of haar bewustzijn echt ophoudt met de dood. Wat zal dat een gruwelijke gewaarwording zijn als ze dan alsnog de ogen opslaan en dan ook nog op een plek die overeenkomt met je ergste nachtmerries. De Bijbel omschrijft die plaats als een plek waar veel gejammer en tandengeknars is. En dat komt waarschijnlijk door de wroeging die ze dan voelen waarbij ze zich mogelijk afvragen waarom ze in de lieve vrede toch zo stom waren de wereld te geloven in plaats van de God die niet kan liegen. En dat ze het gratis aanbod van vergeving en een eeuwigheid van liefde en geluk in de nabijheid van onze Maker zo achteloos opzij hebben geworpen.
Dat komt volgens mij vooral omdat de mensen niet meer bang zijn voor de dood. Vroeger werd er vaak gepreekt over hel en verdoemenis en dat zorgde ervoor dat zelfs hele slechte mensen op het eind van hun leven misschien toch nog naar boven keken en wellicht alsnog om vergeving vroegen. Angst is dus zeker niet altijd een slechte raadgever. Tegenwoordig is de satan het hoofd van de meeste kerken en die wil nu eenmaal geen waarschuwingen meer horen op de kansel.
Te weinig angst voor de dood is niet goed maar te veel angst ook niet. Dat zien we vaak gebeuren in de meest zware en vrome oud gereformeerde kerken. Hoe vreemd het ook klinkt maar de doodangst van die mensen op hun sterfbed komt volgens mij door een gebrek aan geloof in het Woord van God en een rotsvast vertrouwen in het woord van o.a. Johannes Calvijn die zegt dat je uitverkoren moet zijn om in de hemel te komen en dat je daar zelf niets aan kunt doen. De volgende bekende Bijbeltekst zegt volgens mij wat anders:
“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Johannes 3 vers 16
Wederom mijn oproep om alleen in de Bijbel te geloven want wat is de voorwaarde om eeuwig leven te krijgen? In Hem geloven! En wie mag en kan dat doen? Een ieder! Amen.
Zo somber en leeg als het leven van een ongelovige is, zo geweldig zijn de vooruitzichten van de gelovige. Volgens de Bijbel hoort de dood zeker niet bij het leven omdat de dood op een zeker moment ophoudt te bestaan.
“En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij Die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar”. Openbaring 21 vers 3 t/m 5
De dood is, of gruwelijk, of geweldig, afhankelijk van je positie. Het ligt er vooral aan wie je Vader is. Als God je Vader is open je de ogen na je dood in het licht in plaats van in de duisternis. Ik stel het mijzelf voor alsof je nu zwart-wit ziet en in de hemel straks voor het eerst kleur kunt zien. Er zijn dan geen ziektes meer en dus heb je ook geen dokters of ziekenhuizen meer nodig. Geen misdaden, rechtszaken of honger meer. Geen oorlog of geld tekort, geen geruzie en geen twijfel meer of iemand je de waarheid vertelt. Geen haat, pijn, gepest, getreiter en onderdrukking meer. Geen wapens meer nodig, veilig op straat kunnen lopen, geen depressies en geen angst meer. Wij krijgen een nieuw lichaam en ik vermoed dat we er voor altijd uit zullen zien als dertigjarigen. Wij kunnen vaarwel zeggen tegen de bril, gehoorapparaat en de rollator. Maar het meest geweldige is dat je de Here Jezus persoonlijk in de ogen mag zien en voor altijd bij Hem mag zijn.
De Amerikaanse staatsman en fysicus Benjamin Franklin heeft ooit gezegd: “Op deze wereld is niets zeker, behalve de dood en de belastingen”. Dat was natuurlijk grappig bedoeld maar is dat ook zo?
“Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden. En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning”. 1 Korinthe 15 vers 51 t/m 54
Hier staat duidelijk dat wij niet allemaal de dood zullen meemaken. Dat geldt voor de wedergeboren christenen die leven wanneer de opname plaats vindt waarbij je plotseling wordt weggenomen en je lichaam in een ondeelbaar ogenblik verandert van sterfelijk naar onsterfelijk. Waarbij degenen die al gestorven zijn ons voorgaan in de lucht. Sommigen onder ons vinden dit heel moeilijk te geloven maar toch is dit al eerder gebeurd in de Bijbel, wat dacht je van bijvoorbeeld Henoch?
“Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg”. Genesis 5 vers 24
En ook al verwacht ik de opname spoedig, ik kan dat niet zeker weten omdat alleen God de tijd weet. En als mijn tijd komt voordat de opname plaats vindt, dan laat ik mij gewoon begraven net zoals alle rechtvaardigen in de Bijbel mij voorgingen. Mijn lichaam rust dan in het graf tot de grote dag waarbij de graven open gaan en mijn geest met het vernieuwde lichaam wordt verenigd.
Daarom is de vlinder ook zo’n mooi symbool van het christenleven. Je ploetert eerst als een rups door je oude leven en je ontpopt dan in de nieuwe realiteit als een prachtige vlinder waar je voor het eerst je vleugels mag uitslaan als een nieuwe schepping en je voor eeuwig bij God mag zijn.
Want één ding is zeker, ééndagsvlinders bestaan dan niet meer!