Als Bijbelgelovige christen geloof ik in de drie-eenheid van God bestaande uit de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. En er staan genoeg teksten in de Bijbel die dat bewijzen, maar ik persoonlijk ben al overtuigd door de volgende twee verzen, dat in ieder geval onze God en de Here Jezus Dezelfde zijn.
“Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. Jezus zei tegen hem: Ben Ik zo’n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien?” Johannes 14 vers 8 en 9
De Zoon, onze Here Jezus, begon dus niet te bestaan tijdens Zijn geboorte in Bethlehem ongeveer tweeduizend jaar geleden maarHij heeft, net als de Vader en de Heilige Geest, geen begin en geen einde. Het is daarom dus zeker geen onmogelijkheid dat we de Here Jezus in het Oude Testament zouden kunnen tegen komen. En dat is nou precies wat er volgens sommige christenen, waaronder ikzelf, is gebeurd, want er zijn zelfs woorden voor bedacht die dit fenomeen beschrijven. Zoals het woord “Theofanie” dat “Godsverschijning” betekenten “Christofanie” dat, zoals je nu wel kunt raden, “Christusverschijning” betekent.
Alleen heb ik een beetje moeite met de woorden “Theofanie” en “Godsverschijning”. Want volgens mij kan dat Bijbels gezien niet, in ieder geval niet in de letterlijke zin, vanwege de volgende teksten:
“Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die heeft Hem ons verklaard”. Johannes 1 vers 18 ………. “Hij zei verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven”. Exodus 33 vers 20 ………. “God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.” Johannes 4: 24
Ik lees hierboven dat God Geest is en dus geen lichaam van materie heeft zoals wij dat wel hebben en dat niemand ooit God heeft gezien. En dat als wij Hem al zouden kunnen zien, wij het zeker niet zouden overleven. Als er dan in de Bijbel sprake is van iemand die God ontmoet, van aangezicht tot aangezicht, kan dat dus nooit letterlijk God Zelf zijn. Het moet dan dus Iemand zijn die je ten eerste mag aanspreken met “God” en ten tweede moet Hij over een lichaam beschikken. Ik denk dat alleen onze Here Jezus voldoet aan die voorwaarden. Mede ook omdat de derde Persoon van de Drie-eenheid, de Heilige Geest, eveneens waarschijnlijk geen lichaam heeft.
Laten we dan eens kijken waar wij, volgens mij, de Here Jezus zouden kunnen vinden in het Oude Testament.
“En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof”. Genesis 3 vers 8
Zou het hier al om de Here Jezus kunnen gaan? Want je hebt volgens mij een lichaam nodig om te wandelen en omdat zij zich verborgen voor het aangezicht van de Heere God is het waarschijnlijk dat zij, daarvoor en daarna, Zijn aangezicht wel zagen. Je zou kunnen opmerken dat Adam en Eva misschien God wel konden zien voor hun zondeval? En dat zou goed kunnen maar toch denk ik dat het de Here Jezus was die met hen wandelde omdat Hij een lichaam heeft.
Er zijn trouwens in de Bijbel nog twee mensen waarvan gezegd werd dat zij met God wandelden, namelijk Henoch en Noach. Maar omdat de informatie van deze gebeurtenissen zo summier is, zou het in dit geval ook mogelijk kunnen zijn dat hier bedoeld wordt dat zij zeer vroom waren en dat zij “wandelden” in overeenstemming met de wil van God.
Maar afijn, de volgende plaats waar we wel een Christofanie kunnen vinden in het Oude Testament, die volgens mij moeilijk te ontkennen is, is de bijzondere ontmoeting van onze Here Jezus met Abraham. Ik bedoel, de naam “Heere” staat er gewoon:
“Daarna verscheen de HEERE aan hem bij de eiken van Mamre, toen hij in de ingang van de tent zat en de dag heet werd. Hij sloeg zijn ogen op, en keek, en zie, er stonden drie mannen voor hem. Toen hij hen zag, liep hij hun snel uit de ingang van de tent tegemoet en boog zich ter aarde”. Genesis 18 vers 1 en 2 ………. “De HEERE zei: Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen? Immers, Abraham zal zeker tot een groot en machtig volk worden, en alle volken van de aarde zullen in hem gezegend worden. Want Ik heb hem uitgekozen, opdat hij aan zijn kinderen en zijn huis na hem bevel zou geven om de weg van de HEERE in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen, opdat de HEERE over Abraham zal brengen wat Hij over hem gesproken heeft.” Genesis 18 vers 17 t/m 19 ………. “Er kan toch geen sprake van zijn dat U zoiets doet, dat U de rechtvaardige samen met de goddeloze doodt? Dan zal het zijn: zo de rechtvaardige, zo de goddeloze. Daar kan bij U toch geen sprake van zijn! Zou de Rechter van de hele aarde geen recht doen? Toen zei de HEERE: Als Ik in Sodom vijftig rechtvaardigen binnen de stad vind, dan zal Ik de hele plaats omwille van hen sparen. Abraham antwoordde en zei: Zie toch, ik heb het aangedurfd om tot de Heere te spreken, hoewel ik stof en as ben!” Genesis 18 vers 25 t/m 27
Wat gelijk opvalt is dat Abraham schijnbaar wist hoe de Heere eruit zag. En het is ook duidelijk dat Abraham wist met Wie hij te maken had want hij boog zich meteen ter aarde en noemde Hem even later de Rechter van de hele aarde. Een van die mannen, met waarschijnlijk twee engelen naast Hem in menselijke gedaante, kan volgens mij alleen maar de Here Jezus Zelf zijn, omdat Hij op een gegeven moment zegt: “Ik heb hem uitgekozen”. Als Degene die sprak een engel was geweest had hij moeten zeggen: “God heeft hem uitgekozen”.
Even verderop in Genesis is er volgens mij wederom sprake van een Christofanie in een vreemde geschiedenis waar Jacob aan het worstelen was met een Man die hij God noemde. Ik weet niet wat de diepere betekenis van dit alles is, maar dit moet toch weer een ontmoeting met de Here Jezus geweest zijn omdat Jacob zei dat hij God had gezien. De naam “Pniël” betekent trouwens: “Aangezicht van God” en dat lijkt mij i.v.m. ons onderwerp, een treffende naam.
“Maar Jakob bleef alleen achter, en een Man worstelde met hem, totdat de dageraad aanbrak.” Genesis 32 vers 24 ………. “Toen zei Hij: Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen. Jakob vroeg daarop: Vertel mij toch Uw Naam. En Hij zei: Waarom vraagt u naar Mijn Naam? En Hij zegende hem daar. En Jakob gaf die plaats de naam Pniël. Want, zei hij, ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn leven is gered.” Genesis 32 vers 28 t/m 30
Weer even verder in het Oude Testament lijkt het erop dat het ditmaal Jozua is die de Here Jezus tegenkomt. Omdat Jozua zich ter aarde wierp en omdat hij zijn schoenen moest uitdoen. En in het laatste vers hieronder wordt duidelijk dat het weer echt om de Here Jezus Zelf gaat.
“Het gebeurde, toen Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen opsloeg en zag, en zie, er stond een Man voor hem met een getrokken zwaard in Zijn hand. Jozua ging naar Hem toe en zei tegen Hem: Hoort U bij ons of bij onze tegenstanders? Hij zei: Nee, maar Ik ben de Bevelhebber van het leger van de HEERE. Nu ben Ik gekomen. Toen wierp Jozua zich met het gezicht ter aarde, boog zich neer en zei tegen Hem: Wat wil mijn Heere tot Zijn dienaar spreken? Toen zei de Bevelhebber van het leger van de HEERE tegen Jozua: Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilig. En Jozua deed dat”. Jozua 5 vers 13 t/m 15 ………. “Toen zei de HEERE tegen Jozua: Zie, Ik heb Jericho met zijn koning en zijn strijdbare helden in uw hand gegeven”. Jozua 6 vers 2
De volgende spectaculaire gebeurtenis speelde zich af in een vuuroven waar de vrienden van Daniel in werden gegooid. De mysterieuze vierde Persoon zou een engel kunnen zijn ware het niet dat, volgens Nebukadnezar, de vierde Man eruit zag als een zoon van de goden. Schijnbaar wist hij hoe een godenzoon eruit zag? Maar als het hier echt om de Here Jezus ging is het waarschijnlijk dat deze woorden hem ingegeven waren door de Heilige Geest. En dat is niet onmogelijk want in het Nieuwe Testament gebruikte de Heilige Geest ook al een vijandig persoon om de Woorden van God door te geven. Namelijk de hogepriester Kajafas toen die zei dat het nuttig zou zijn dat één Mens voor het volk zou sterven. Kajafas zei toen ook de waarheid zonder dat hij dat volgens mij begreep.
“Maar toen deze drie mannen – Sadrach, Mesach en Abed-Nego – gebonden midden in de brandende vuuroven gevallen waren, sloeg koning Nebukadnezar de schrik om het hart. Haastig stond hij op, nam het woord en zei tegen zijn raadslieden: Hebben wij niet drie mannen gebonden midden in het vuur geworpen? Zij antwoordden en zeiden tegen de koning: Jazeker, o koning! Hij antwoordde en zei: Zie, ik zie vier mannen midden in het vuur vrij rondlopen! Zij hebben geen letsel en de aanblik van de vierde lijkt op die van een zoon van de goden”. Daniël 3 vers 23 t/m 25
Er is één naam die ik nog niet genoemd heb en dat is de raadselachtige Melchizedek, de koning van Salem. Het is niet helemaal zeker maar sommigen denken dat Salem de eerste naam was van een stad die daarna Jebus werd genoemd en die nu bekend staat als de hoofdstad van Israël, Jerusalem.
“En Melchizedek, de koning van Salem, bracht brood en wijn; hij was een priester van God, de Allerhoogste. En hij zegende hem en zei: Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, Die hemel en aarde bezit! En geloofd zij God, de Allerhoogste, Die overgeleverd heeft uw tegenstanders in uw hand! En Abram gaf hem van alles een tiende deel.” Genesis 14 vers 18 t/m 20 ………. “De HEERE heeft gezworen en Hij zal er geen berouw van hebben: U bent Priester voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek.” Psalm 110 vers 4 ………. “Zonder vader, zonder moeder, zonder stamboom kent hij geen begin van dagen en ook geen levenseinde, maar aan de Zoon van God gelijkgemaakt, blijft hij in eeuwigheid priester. Merk nu op hoe groot hij geweest is, iemand aan wie de aartsvader Abraham zelfs een tiende deel van de buit gegeven heeft”.
Hebreeën 7 vers 3 en 4
Nu is het zo dat de meeste Bijbelvertalers waarschijnlijk niet dachten dat Melchizedek een Christofanie was omdat zij geen hoofdletters gebruikten voor het woord “hij”. Ook veel Bijbelleraars waar ik een hoop respect voor heb geloven niet dat Melchizedek een Christusverschijning is maar noemen Hem meer een beeld of een voorafschaduwing van de Here Jezus. Waar ze vaak over vallen is omdat er staat, “aan de Zoon van God gelijk gemaakt” en dat het daarom niet om de zoon Zelf gaat. Verder schijnt het zo te zijn dat het een literair stijlfiguur was in die tijd om te zeggen dat iemand geen vader of moeder had als ze niet wisten waar hij vandaan kwam.
Persoonlijk vind ik deze argumenten niet sterk genoeg, of misschien snap ik ze niet goed, om er een uitgemaakte zaak van te maken. Ieder moet voor zichzelf maar uitmaken of Melchizedek een Christofanie is of niet, maar ik neig toch naar ja vanwege de volgende kenmerken:
Zijn naam betekent “Koning van de gerechtigheid” en Hij was koning van Salem en Salem betekent “vrede”, dus was Hij ook “Koning van de vrede”. Dit zijn volgens mij titels die alleen gelden voor de Here Jezus. Hij bracht Abraham brood en wijn, toevallig? Hij moet groter geweest zijn dan Abraham omdat hij hem zegende en Abraham gaf hem van alles een tiende deel. De Psalmdichter heeft het over de Here Jezus als hij zegt “U bent priester voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek”. Ordening betekent rangschikking. Wordt hier dan de Here Jezus gerangschikt naar een mens of naar Iemand die even groot is als onze Heer? Hij heeft geen begin en geen einde? Dit gaat verder dan een stijlfiguur volgens mij. Zou het kunnen dat Abraham wist hoe de Here eruit zag in Genesis 18 omdat hij Hem al eerder had ontmoet onder de naam Melchizedek in Genesis 14? Melchizedek wordt zo ongeveer beschreven als Iemand die even groot is als onze Heer. Als het niet om de Here Jezus Zelf gaat, wie in de lieve vrede komt dan in aanmerking?
Maar waarom is dit allemaal van belang en waarom vervult het mijn hart elke keer met blijdschap als ik een zogenaamde Christofanie in de Bijbel tegenkom? Omdat het volgens mij laat zien dat God en de Here Jezus Dezelfde zijn. God is niet alleen de strenge Rechter uit het Oude Testament maar ook de vergevende liefdevolle Jezus Die zei: “Vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen”. Hij is zowel rechtvaardig als vergevingsgezind. Ik vind het ook geweldig dat de Here Jezus kan gaan en staan waar Hij wil. God is niet gebonden aan tijd en Hij kan doen en laten wat Hij wil omdat Hij almachtig is. Deze geweldige goede liefdevolle Godheid was zo begaan met de mensheid dat Hij zelfs voor ons wilde sterven terwijl Hij ons hart kende.
Wat een dag als ik Hem ook in het echt mag zien!