Bedelingenleer

Niet alle Bijbelse waarheden worden rechtstreeks uitgelegd in de Bijbel. Zoals bijvoorbeeld de Goddelijke drie-eenheid maar ook, waar ik het nu over wil hebben, de zogenaamde bedelingenleer. Niemand hoefde veel moeite te doen om mij te overtuigen van de bruikbaarheid van de bedelingenleer omdat ik het een vrij logisch verhaal vind. Het is wat mij betreft ook geen dogma maar alleen een manier om de Bijbel beter te kunnen begrijpen. Toch ben ik van mening dat de Bijbel wat verwarrend wordt als je niet ook in die misschien moeilijk klinkende “bedelingenleer” gelooft.

Maar die leer betekent niets meer en niets minder dan dat God op verschillende manieren omgaat met de mensheid in verschillende tijdperiodes en dat daarom niet alles in de Bijbel op ons slaat in de eenentwintigste eeuw. Deze perioden in onze geschiedenis lijken wel lessen te zijn om duidelijk te maken dat wij zondige mensen zijn die God nodig hebben ongeacht het tijdperk waarin wij leven.
Zoals bijvoorbeeld Adam en Eva die geen tien, maar één gebod moesten houden en zelfs daar konden zij niet aan voldoen terwijl zij niet eens een zondige natuur hadden.
Deze eerste periode wordt ook wel de bedeling van de onschuld genoemd, vervolgens de bedeling van het geweten en dan de bedeling van de belofte. Er zijn verschillende meningen over hoeveel  bedelingen er zijn en hoe je ze moet noemen. Het maakt mij eerlijk gezegd niet zo veel uit wat voor namen je de bedelingen geeft als je maar beseft dat ze er zijn.

Eerst even een opmerking vooraf, het volgende stukje gaat over eschatologie. Een moeilijk woord voor de Bijbelse eindtijdleer. Er zijn best wel wat verschillende meningen over hoe die eindtijd precies in elkaar steekt en dat snap ik ook wel. Want veel profetieën in de Bijbel die over de eindtijd gaan zijn niet meteen begrijpelijk omdat er veel symboliek bij komt kijken. Ze zijn dus vaak open voor interpretatie en ik kan er daarom niet al te dogmatisch over zijn. Toch probeer ik zelf de voorspellingen, zo veel mogelijk als kan, te lezen zoals het er staat.

Een van de bewijzen voor de bedelingenleer volgens mij zijn de volgende teksten waar het duidelijk is dat de Here Jezus mensen aanneemt op grond van hun goede daden.

“Wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid. En vóór Hem zullen al de volken bijeengebracht worden, en Hij zal ze van elkaar scheiden zoals de herder de schapen van de bokken scheidt. En Hij zal de schapen aan Zijn rechterhand zetten, maar de bokken aan Zijn linkerhand. Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk  dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld.
Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald.
Ik was naakt en u hebt Mij gekleed; Ik ben ziek geweest en u hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en u bent bij Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald, of naakt en hebben U gekleed? Wanneer hebben wij U ziek gezien of in de gevangenis en zijn bij U gekomen?
En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan. Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het  eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is. Want Ik ben hongerig geweest en u hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest en u hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij niet gastvrij onthaald; naakt, en u hebt Mij niet gekleed; ziek en in de gevangenis, en u hebt Mij niet bezocht.
Dan zullen ook die Hem antwoorden: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig of als een vreemdeling of naakt of ziek of in de gevangenis, en hebben U niet gediend? Dan zal Hij hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringsten niet gedaan hebt, hebt u het ook niet voor Mij gedaan. En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven”.
Mattheüs 25 vers 31 t/m 46

Bijna het hele Nieuwe Testament gaat er over dat onze verlossing alleen door genade is en dat wij ons behoud niet kunnen verdienen en hier lezen we opeens het tegenovergestelde. Volgens mij heb je dan twee keuzes als je de Bijbel letterlijk wilt nemen, of de Bijbel spreekt zichzelf tegen of het gaat hier mogelijk over een andere bedeling waarin andere regels gelden. Omdat je in die bedeling dus blijkbaar behouden kunt worden door goede werken te doen, denk ik dat het hier gaat om de periode op het einde van de zevenjarige grote verdrukking. En ook omdat het plaats vindt tijdens de terugkomst van de Here Jezus zoals de Bijbeltekst meteen aan het begin al aangeeft.

De schapen in deze profetie zijn volgens mij geen christenen in de huidige zin, omdat ik geloof dat alle christenen al opgenomen waren voordat die grote verdrukking überhaupt kon beginnen. Het is mogelijk dat deze schapen de martelaren zijn uit de grote verdrukking of dat het gaat om de overlevenden die toegang verleend wordt tot het duizendjarige vrederijk omdat de tekst verwijst naar het koninkrijk. Maar waar het mij om gaat en wat het ook zeer interessant maakt, is het feit dat het in die periode van de grote verdrukking dus niet meer draait om geloof. Maar schijnbaar om je goede daden en volgens mij ook of je wel of niet het merkteken van de antichrist draagt.

Hier kun je goed zien hoe verwarrend de Bijbel wordt als je er geen structuur in aanbrengt door de juiste bedelingen te duiden. Je hebt volgens mij wel een dilemma als je toch vindt dat de bovenstaande tekst voor ons geldt. Want is onze redding alleen door genade of kunnen wij onze redding toch zelf verdienen door goede werken te doen?

Maar ook in de daar op volgende bedeling van het duizend jarige vrederijk heb je geen geloof meer nodig omdat je de Here Jezus dan letterlijk elke dag zou kunnen zien in Jeruzalem. Je hoeft in die bedeling niet de wereld meer in te trekken met de boodschap dat Jezus leeft omdat iedereen met werkende ogen dat met je eens zal zijn.

Vanaf Mozes kwamen we in de bedeling van de wet die niet alleen voor een bepaalde tijd werd ingevoerd maar ook nog eens voor een speciaal volk, de Joden. Nu konden de Joden, zo leek het, zelf hun plek in de hemel verdienen door zich aan alle wetten te houden die aan Mozes gegeven waren. Dat is op zich geen rare gedachte want ik denk dat de meerderheid van alle religieuze mensen op aarde denken dat ze beloond worden door te voldoen aan allerlei wetten. God wist natuurlijk dat het de mens niet zou lukken, vandaar ook het jaarlijkse offer op de grote verzoendag.

Na elke bedeling is de les wederom dat wij zondige mensen zijn die het zelf niet kunnen. Na de bedeling van de wet leven we nu in de zogenaamde genadebedeling waarbij we niet meer aan de wet hoeven te voldoen maar door geloof volledig op de Here Jezus mogen vertrouwen. Hij is voor ons, maar ook voor iedereen in de geschiedenis die op God vertrouwde, het grote verzoenoffer.

Wij hebben geen probleem om de 613 wetten uit de eerste vijf boeken in de Bijbel voor de Joden te reserveren maar hoe zit het met de tien geboden? Moeten wij die nog houden? Ten eerste is de wet geen onzin en de wet is goed maar om behouden te worden is het antwoord volgens mij nee.

Als christenen in de genadetijd hebben wij nieuwe leefregels en dat is God lief hebben boven alles en onze naaste als ons zelf. En dat is feitelijk de samenvatting van de wet! Want als we van onze naaste houden gaan we diegene geen slechte dingen aandoen en als we van God houden doen we wat Hij zegt. En in dat geval houden we ons toch aan de tien geboden en is het antwoord ja.

Een uitzondering hierop is volgens mij het houden van de Sabbat. Er is mij verteld dat alle tien geboden herhaald worden in het Nieuwe Testament behalve het gebod over de Sabbat. Verder zegt Paulus specifiek in Colossenzen 2 vers 16 dat we ons niet moeten laten oordelen over het houden van de feestdagen en de Sabbat. En er staat duidelijk dat de gemeenten samen kwamen op de eerste dag van de week. Misschien juist om het verschil aan te geven met de oude bedeling van de wet en de nieuwe bedeling van de genade?

Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst”. Romeinen 12 vers 1

Ik denk dat de bovenstaande tekst heel mooi aangeeft wat God van ons verwacht en als wij van God houden doen we wat Hij wil. Ik denk dat wij uiteindelijk allemaal op dezelfde manier behouden worden in wat voor bedeling wij ook leven. En dat is onder alle omstandigheden, in welke bedeling wij ook leven, op de Here God te vertrouwen. En dat is altijd het beste wat je kunt doen omdat je mag weten dat Hij altijd het beste met ons voor heeft. Bedenk ook dat Hij ons heeft geschapen met voorbedachte rade. Want het allerhoogste Wezen in het universum had jou en mij al in gedachten nog voordat Hij begon met het scheppen van de wereld.

Als gelovige vind ik dat ongelofelijk!